Begint eer ge bezint

Nee, het is geen schrijffout hierboven. Het is de bedoeling. Begint eer ge bezint. We zijn gewend om te zeggen: bezint eer ge begint. Eerst denken, dan doen. Eerst je gedachten ordenen of de situatie analyseren, zodat je vervolgens beter je werk kunt doen. ‘Denken’ heeft voorrang boven ‘doen’. Maar andersom kan ook. Soms is het beter om te beginnen en te doen, dan volgen bezinnen, denken en ook voelen ‘vanzelf’… Drie voorbeelden.

Het eerste komt van psycholoog Annette Heffels. We denken dat het gevoel ‘liefde’ er altijd moet zijn en dat het liefhebben dan wel vanzelf gaat. In werkelijkheid werkt het vaak andersom. Liefhebben is doen en liefde voelen is een gevolg van liefhebben. Heffels vertelt het verhaal van een man die hulp zoekt bij een therapeut omdat hij niet meer van zijn vrouw houdt. ‘Hou van haar’, zegt de therapeut telkens. ‘Ja maar’, zegt de man, ‘hoe kan ik van haar houden als ik niet meer van haar hou?’. De eye-opener is: juist als het gevoel er niet meer is, dan is dat een goede reden om (opnieuw) van haar te houden, om liefde te ‘doen’! Je liefdevol gedragen, aanraken, strelen, lieve dingen voor haar doen, zeggen wat je leuk aan haar vindt, haar mee uit eten nemen, enz. Wacht niet tot je ooit weer eens liefde voelt, maar doe alvast iets. Een mens kan er niet voor kiezen om opeens anders te voelen, maar wél om zich anders te gedragen. Dan volgen de gevoelens vaak ook wel. Mensen schelden niet alleen omdat ze boosheid voelen, ze worden ook al scheldend boos. Zo ben je niet enkel lief voor iemand omdat je van haar houdt, maar ga je van haar houden omdat je lief voor haar bent.

Van kunstschilder Karel Appel is de uitspraak: ‘Door hard werken komt de inspiratie’. Het helpt niet om in je atelier uren te gaan zitten peinzen en alles van te voren uit te stippelen. Ga maar aan het werk met je kwast. Je weet niet van te voren wat het precies wordt, maar gaandeweg komt de inspiratie. Bij het maken van liturgie en preek – net als schilderen een creatief proces – gaat het ook zo, althans bij mij. Soms zit ik tijden te denken, er tegen aan te hikken en dan gebeurt er niks. Als ik de pen oppak en begin met schrijven, dan gebeurt er wat. Dan komt de inspiratie, van het een komt het ander en ontstaat de preek ‘aus einem Guss’. Gewoon maar beginnen stimuleert het denken.

Als laatste voorbeeld de uitspraak van een filosoof (ik weet niet meer welke), die luidt dat goede omgangsvormen ‘vormend’ werken op de moraal, op de morele overtuigingen van een mens. Als je van huis uit geleerd hebt om beleefd te zijn, om bepaalde normen van hoffelijkheid en wellevendheid in acht te nemen, dan ben je sneller geneigd om de ander te respecteren en ruimte te geven. De ander voor laten gaan, de deur voor iemand openhouden, iemand in zijn jas helpen, opstaan voor een oudere in de bus, met mes en vork eten, het verschil tussen mijn en dijn weten, met twee woorden spreken. Door je te houden aan een paar eenvoudige regels voor het intermenselijk verkeer, wordt jouw mensbeeld (mede) gevormd. Door goede omgangsvormen in praktijk te brengen, leer je al doende de ander te zien als je naaste, als gelijkwaardig. Nooit gedacht dat ik me nog eens achter de verguisde uitspraak van Balkenende zou scharen: ‘Fatsoen moet je doen’. Daarmee temper je wij-zij-denken en leg je verbinding tussen mensen. Dat lijkt me een prima idee in tijden van groeiende intolerantie en polarisatie.

Ruurd